Loonheffingskorting toepassen bij meerdere inkomens

We kunnen niet zeggen op welk inkomen u de loonheffingskorting moet toepassen als u meerdere inkomens hebt. Er is een risico dat u dan korting moet terugbetalen. Dat kunt u voorkomen door een voorlopige aanslag aan te vragen. Met een voorlopige aanslag rekenen wij de korting voor u uit. Zo krijgt u nooit te veel of te weinig loonheffingskorting.

Met een voorlopige aanslag berekenen wij de juiste korting

Als u een voorlopige aanslag aanvraagt, dan krijgt u de korting maandelijks van ons. U moet dan aan ons de hoogte van al uw inkomens doorgeven. Als er iets aan uw inkomen verandert, dan moet u dat ook doorgeven. Wij passen de voorlopige aanslag dan aan zodat u altijd de juiste korting krijgt.

De korting niet toepassen bij de voorlopige aanslag

Als u een voorlopige aanslag aanvraagt, dan is het belangrijk dat u de loonheffingskorting nergens toepast. Als een instantie de loonheffingskorting toepast, dan moet u de korting stopzetten.

Bij toepassen op 1 inkomen is er een risico dat u te veel korting krijgt

De loonheffingskorting is een korting op de belasting en premie volksverzekeringen. De korting berekenen wij over al het inkomen dat u in een jaar ontvangt. Hoe hoger uw inkomen is, hoe lager de korting is die u krijgt. Vanaf € 124.935 (als u de AOW-leeftijd hebt én niet werkt € 75.518) krijgt u geen loonheffingskorting meer.

Als u meerdere inkomens hebt, dan is er een risico dat u te veel korting krijgt. De uitkerende instantie weet namelijk niet hoe hoog uw gehele inkomen is. Wanneer u de loonheffingskorting laat toepassen, wordt de korting alleen berekend over het inkomen dat u van die instantie krijgt. U krijgt dan meestal te veel loonheffingskorting en betaalt te weinig belasting. Bij de aangifte moet u dan nog belasting betalen.

Voorbeeld

U bent 75 jaar en alleenstaand. U ontvangt in 2024 een AOW van de Sociale verzekeringsbank (SVB) van € 19.412 en krijgt een nabestaande pensioen van een bedrijfspensioenfonds van € 20.000 en een lijfrente uitkering van € 10.000.

U mag de loonheffingskorting maar op 1 uitkering toepassen en vraagt de SVB dat te doen bij uw AOW. De andere instanties passen de loonheffingskorting niet toe.

In de onderstaande tabel ziet u wat de instanties inhouden aan loonheffing.

Loonheffing per instantie
Uitkeringsinstantie Pensioen Tarief 1e schijf (19,07 %) Loonheffingskorting Ingehouden loonheffing
SVB € 19.412 € 3.702 € 3.702 € 0
Bedrijfspensioenfonds € 20.000 € 3.814 € 0 € 3.814
Lijfrente € 10.000 € 1.905 € 0 € 1.905
Totaal € 49.412 € 5.719

De instanties hebben dus al € 5.719 aan belasting ingehouden.

U doet in 2025 aangifte inkomstenbelasting. Op basis van uw inkomen van € 49.412 bent u de volgende belasting over uw inkomen verschuldigd:

Tabel verschuldige belasting
Schijf Tarief Over Verschuldigde belasting
1e 19,07 % € 40.021 € 7.632
2e 36,97 % € 9.391 € 3.472
Totaal € 11.104
U hebt op basis van uw inkomen ook recht op € 2.715 aan loonheffingskorting. Dat is minder dan de SVB heeft berekend.

De belasting die u moet betalen wordt:

Verschuldigde belasting € 11.104
Loonheffingskorting € 2.715 -
Ingehouden loonheffing € 5.719 -
Verschuldigde belasting € 2.670

Alle uitkerende instanties passen de regels toe zoals het moet. En toch moet u bijbetalen. Dat komt doordat:

  1. een deel van uw gehele inkomen in een hogere belastingschijf valt (over € 9.391 betaalt u 36,97 % belasting).
  2. de loonheffingskorting wordt afgebouwd op basis van uw gehele inkomen. De SVB kan daar geen rekening mee houden.

Wachten met de korting tot uw belastingaangifte

Als u de loonheffingskorting nergens laat toepassen, dan ontvangt u maandelijks minder inkomen. U krijgt de korting wel, maar pas als u aangifte inkomstenbelasting doet.

U kunt de loonheffingskorting toepassen op 1 inkomen

Als u de loonheffingskorting toch op 1 van uw inkomens toepast, dan ontvangt u maandelijks meer inkomen. Bij de aangifte berekenen we de juiste loonheffingskorting met al uw inkomen. We bepalen dan bij de aangifte inkomstenbelasting of u te veel of te weinig korting hebt gekregen.

Toepassen en stoppen van de loonheffingskorting

Wanneer u begint met een nieuwe baan, vraagt uw werkgever meestal of u de loonheffingskorting wilt toepassen. Bij de aanvraag van AOW, vraagt de Sociale Verzekeringsbank of u de loonheffingskorting wil toepassen. Bij een pensioen of uitkering kunt u de uitkerende instantie vragen of zij de loonheffingskorting toepassen.

U kunt op elk moment de loonheffingskorting wijzigen.

U kunt op uw loonstrook of uitkeringsspecificatie zien of de loonheffingskorting wordt toegepast

Daar staat dan bijvoorbeeld 'loonheffingskorting' of 'arbeidskorting' op. Twijfelt u? Vraag het dan na bij de organisatie die het inkomen aan u betaalt.

Het gaat fout als u de korting op meerdere inkomens toepast

De loonheffingskorting mag u op 1 inkomen toepassen. Als u de loonheffingskorting toepast op meerdere inkomens, krijgt u altijd te veel korting en moet u deze terugbetalen.

Voorbeeld

U hebt nog niet de AOW-leeftijd en hebt 2 banen. U verdient € 20.000 bij de bibliotheek en € 25.000 bij de boekhandel. U past de loonheffingskorting toe bij beide werkgevers. Bij de bibliotheek betaalt u € 85 euro belasting en bij de boekhandel € 729. In totaal betaalt u € 814 belasting.

Wij berekenen de verschuldigde belasting over uw totale inkomen van € 45.000 en passen de loonheffingskorting eenmaal toe. De verschuldigde belasting is € 9.342. U moet dus € 9.342 - € 814 = € 8.528 aan belasting betalen.

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.