Kan ik nog opvanguren opmaken als ik niet werk of studeer?

Hebt u geen recht meer op kinderopvangtoeslag? En is uw kind in de afgelopen periode minder dan 230 uur per maand naar de opvang gegaan? Dan mag u de opvanguren die u nog niet hebt gebruikt, opmaken tot het eind van het jaar. Ook al werkt of studeert u dan niet meer.

U moet zelf uitrekenen hoeveel uren u nog overhebt

Dat doet u voor iedere maand waarin u dit jaar recht op toeslag had.

Vanaf 2023 kan iedereen voor maximaal 230 opvanguren per maand en per kind kinderopvangtoeslag krijgen. De uren die uw kind naar de opvang gaat, trekt u daarvan af.

Voorbeeld

Uw kind gaat dit jaar 100 uur per maand naar de opvang. Dan hebt u iedere maand 130 uur over (230 uur − 100 uur = 130 uur). Hebt u later dit jaar geen recht meer op kinderopvangtoeslag? De uren die u overhebt, mag u dan nog opmaken tot en met 31 december.

U krijgt alleen toeslag voor de uren die uw kind naar de opvang gaat.

Vóór 2023 kon het maximum ook minder zijn dan 230 uur per maand. Lees hoe u toen het maximale aantal opvanguren moest berekenen.

Bent u gestopt met werken?

U hebt dan eerst nog 3 maanden recht op toeslag. De 3 maanden gaan in vanaf de 1e van de maand nadat u gestopt bent met werken. Daarna kunt u nog tot het einde van het jaar de opvanguren opmaken die u overhebt. Deze uren berekent u voor iedere maand waarin u dit jaar recht op toeslag had. Dus ook voor de 3 maanden.

De opvanguren die u dit jaar overhebt, vervallen aan het eind van het jaar. De 3 maanden tellen wel door.

Voorbeeld 1

U werkt en uw kind gaat 200 uur per maand naar de opvang. Vanaf 5 juni dit jaar wordt u werkloos. Vanaf 1 juli tot 1 oktober hebt u dan nog 3 hele maanden recht op toeslag. Deze periode gaat uw kind nog steeds 200 uur naar de opvang.

Voor elke maand waarin u werkte én voor de 3 maanden daarna hebt u recht op maximaal 230 uur. U hebt 200 uur per maand gebruikt. U houdt dus 30 uur per maand over (230 uur − 200 uur). In totaal is dat 270 uur (9 maanden × 30 uur).

Dus vanaf 1 oktober mag u nog 270 uur opmaken tot en met 31 december van dit jaar.

Voorbeeld 2

U werkt en uw kind gaat 200 uur per maand naar de opvang. Vanaf 5 november wordt u werkloos. Vanaf 1 december dit jaar tot 1 maart volgend jaar hebt u dan nog 3 hele maanden recht op maximaal 230 uur toeslag. De uren die u dit jaar overhebt, vervallen na 31 december.

In januari én februari volgend jaar mag uw kind weer maximaal 230 uur per maand naar de opvang. Gaat uw kind 200 uur naar de opvang? Dan houdt u 30 uur per maand over (230 uur − 200 uur). De 60 uur die u overhoudt (2 maanden × 30 uur), mag u nog opmaken tot het eind van datzelfde jaar.

Bent u gestopt met een opleiding, traject naar werk of een inburgeringscursus?

In deze situaties hebt u géén recht op de 3 maanden. U kunt nog wel tot het eind van het jaar de opvanguren opmaken die u overhebt.

Voorbeeld

U volgt een opleiding en uw kind gaat 180 uur per maand naar de opvang. Vanaf 1 september dit jaar bent u klaar met de opleiding. U gaat nog niet gelijk aan het werk en hebt dus per 1 september geen recht meer op kinderopvangtoeslag.

Van januari tot en met augustus hebt u recht op maximaal 230 uur. U hebt 180 uur per maand gebruikt. U houdt dus 50 uur per maand over (230 uur − 180 uur). In totaal is dat 400 uur (8 maanden × 50 uur).

Dus vanaf 1 september mag u nog 400 uur opmaken tot en met 31 december van dit jaar.

Stop zelf op tijd uw kinderopvangtoeslag

Dit doet u met Mijn toeslagen.

U moet zelf bijhouden vanaf welke datum alle niet-gebruikte opvanguren op zijn. Vanaf deze datum moet u uw toeslag stopzetten. Doe dit het liefst voordat het zover is, bijvoorbeeld een maand van te voren. Zo voorkomt u zoveel mogelijk dat uw kinderopvangtoeslag te lang doorloopt en u dit bedrag later moet terugbetalen.

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.